Decreet over het Lokaal Bestuur: overgangsbepalingen voor algemeen en financieel directeur


Een apart onderdeel van het decreet over het lokaal bestuur (DLB) wordt gewijd aan de overgangsbepalingen inzake de ambtelijke organisatie van de gemeente en van het OCMW. Deze regelt in de artikelen 590-598 de eerste aanstelling van de algemeen directeur, de financieel directeur en hun waarnemers.

Om de leesbaarheid te bevorderen, geven we alleen de mogelijkheden weer voor de overgang naar de gemeenschappelijke algemeen directeur. De mogelijkheden voor de financieel directeur zijn identiek.

Wat zijn de mogelijkheden?

1. Indien er al een gemeenschappelijke secretaris bestaat, wordt die van rechtswege aangesteld als algemeen directeur bij de gemeente.
2. Indien beide ambten (in de gemeente en het OCMW) vacant zijn, wordt de betrekking van algemeen directeur ingevuld door aanwerving of bevordering. De voorwaarden en selectieprocedure worden vastgesteld door de gemeenteraad. De keuze wordt gemaakt op basis van de functiebeschrijving met functieprofiel en competentievereisten.
3. Als de ambten van secretaris ingevuld worden door verschillende personen (gemeente en OCMW), of indien slechts één van beide ambten is ingevuld, kan de gemeenteraad de titularissen oproepen om zich binnen de 30 dagen kandidaat te stellen.
- Als er slechts één kandidaat is, wordt die van rechtswege aangesteld als algemeen directeur. - Als er twee kandidaten zijn, kiest de gemeenteraad één van de kandidaten op basis van een systematische vergelijking van titels en verdiensten.
- Als er geen kandidaten zijn of de gemeenteraad roept niet op tot kandidatuurstelling, vult de gemeenteraad het ambt in door werving of bevordering.

4. Als er op 1 augustus 2018 geen algemeen directeur (of waarnemend) is, wordt vanaf 1 augustus 2018 degene met de meeste anciënniteit van rechtswege aangesteld als waarnemend algemeen directeur.
5. De procedure tot invulling van de betrekking van algemeen directeur moet in het geval van punt 4 ingezet worden op de eerstvolgende vergadering na de installatievergadering (volgens de procedure hierboven beschreven onder punt 3).
6. De personen die niet aangesteld worden als algemeen directeur worden aangesteld als adjunct-algemeen directeur of in een passende functie van niveau A. Ze behouden hun vroegere salarisschaal, hun aard van dienstverband en hun geldelijke anciënniteit.
7. Tot en met 31 december 2023 worden de personen die niet werden aangesteld, opgenomen in een pool of een wervingsreserve. Zij worden geacht te voldoen aan de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden die door de gemeenteraad worden vastgesteld.
Let op: dit geldt dus enkel voor de personen die niet werden aangesteld volgens de procedure van artikel 592, §1, eerste lid (§2 voor de financieel directeur). Met andere woorden:

- Als de gemeenteraad de titularissen oproept om zich binnen de 30 dagen kandidaat te stellen.
- Als ze zich tijdig en ontvankelijk kandidaat hebben gesteld.

In de andere gevallen komen ze niet terecht in de pool die geacht wordt aan de aanwervings- en bevorderingsvoorwaarden te voldoen.

Complexe regeling

Dit is een zeer ingewikkelde procedure om snel een eerste invulling te bereiken van de betrekking van algemeen directeur. Dit was wat ons betreft niet noodzakelijk en tast eveneens de autonomie van de lokale besturen ernstig aan. Door de eenduidige ambtelijke aansturing worden de operationele keuzes van de besturen verengd.
Vele besturen zouden deze keuze zeker niet vrijwillig hebben gemaakt. En in het geval ze dat wel zouden doen, zouden ze daar een duidelijke en efficiënte overgangsperiode tegenover stellen. Nu worden ze met de rug tegen de muur geplaatst.
ACOD LRB was én is er voorstander van om de bestaande procedures uit het Gemeentedecreet te behouden. Zo kan elk bestuur zelf beslissen wanneer het overstapt naar een werking met een gemeenschappelijke algemeen directeur. Dit werd tijdens de onderhandelingen echter afgeketst door de overheid, daarin gesteund door onze vrienden van het VVSG, die hierbij de decretale graden grondig in de steek lieten.

VVSG strikes back

Groot was dan ook onze verbazing dat er ondertussen een akkoord bereikt werd tussen VVSG en de federaties (van gemeentesecretarissen, OCMW-secretarissen en financieel beheerders) over de bewuste overgangsregeling. Hiermee wil VVSG maximaal inzetten op een regeling op basis van een consensus tussen alle betrokkenen, alvorens het beschreven cascadesysteem in werking treedt.
Gek dat VVSG hier nu mee afkomt, want als de oude regeling uit het Gemeentedecreet van kracht bleef, diende men eveneens een consensus te vinden tussen de betrokkenen. Meer nog, de consensusstrategie zou dan toegepast kunnen worden zonder het zwaard van het dwingend cascadesysteem boven het hoofd. Echte consensus, met andere woorden. VVSG had blijkbaar niet veel vertrouwen in de wijsheid van de decretale graden en verkoos een stok achter de deur.

Gelijkheidsbeginsel

Tot slot willen we nogmaals benadrukken dat er een ongelijke situatie gecreëerd wordt. Het betreft hier overduidelijk een nieuwe betrekking. Dat werd trouwens ook op die manier beklemtoond tijdens de onderhandelingen. Toch wil men voor deze nieuwe betrekking een afgeschermde keuze mogelijk maken voor de huidige titularissen. Dit schendt uiteraard het beginsel van de gelijke toegang tot het openbaar ambt.
Maar zoals onze minister Liesbeth Homans reeds heeft gesteld: “De gelijke toegang tot het openbaar ambt is heilig.” Denken we maar aan haar vernietigingsbesluit ten aanzien van de statutariseringsoperatie in de stad Gent (waar overigens wel de nodige maatregelen werden getroffen). We mogen hopen dat de minister haar fout zal rechtzetten tijdens de parlementaire behandeling.
ACOD LRB stapt alleszins niet mee in dit kafkaiaans verhaal van de minister. Want DLB begint steeds meer te lijken op een nachtmerrie.

Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer