Drinkwatervoorziening: publieke of private aangelegenheid?
Het blijft rommelen in de watersector. Enkele belangrijke internationale agentschappen trekken resoluut de kaart van de liberalisering en privatisering. Vandaag wordt dit beleid zeer sterk ondersteund en zelfs opgedrongen door de Wereldbank en het Internationaal Monetair Fonds.
Tot de jaren ’80 verschafte de Wereldbank grote leningen aan regeringen ter financiering van de drinkwatervoorziening. De Wereldbank hanteerde toen de filosofie dat drinkwatervoorziening een te groots project betrof en dat het best door de overheid kon worden ingevuld.
Vanaf de jaren ’80 met de opkomst van het marktdenken en de aanbodeconomie veranderde het discours van de Wereldbank. De publieke sector moest radicaal en drastisch worden ontvet. De overheid mocht de privésector niet in de weg staan en zich best beperken tot de zogenaamde kerntaken. Deregulering, privatisering en liberalisering waren de toverwoorden.
Door intens lobbywerk geraakte het privatiseringsbeleid in de watersector op de agenda van internationale bijeenkomsten. De internationale waterconferentie te Dublin in 1992 besloot dat water evengoed een economische waarde heeft als elk ander consumptiegoed. De private sector hoorde dus de kassa al rinkelen. Helaas, na verloop van tijd moesten de privé-investeerders vaststellen dat de voorgespiegelde winstverwachtingen niet werden gehaald. Financiële crisissen in Azië en Zuid-Amerika confronteerden de privé-investeerders zelfs met verliezen. Ook de syndicale weerstand tegen het privatiseringsbeleid zette een domper op hun enthousiasme.
De Wereldbank blijft evenwel onverstoorbaar het privatiseringsbeleid verdedigen. Meer zelfs, de overheden worden regelmatig in de tang genomen doordat de bank privatisering als voorwaarde stelt voor het verkrijgen van leningen.
In Vlaanderen is de gehele of gedeeltelijke privatisering van de watersector gelukkig niet aan de orde. Het Vlaams regeerakkoord voorziet in een nauwere samenwerking tussen de verschillende drinkwatermaatschappijen met het oog op het realiseren van efficiëntiewinsten. Het is vooralsnog afwachten op welke manier de kersverse minister van Leefmilieu, Natuur en Cultuur, Joke Schauvliege (CD&V), daaraan een concrete invulling wil geven.
Richard De Winter