Instructiepersoneel VDAB




Gemeenschappelijk eisenprogramma 2005-2007
In navolging van het Vlaams sectoraal eisenprogramma werd er door de overheidsvakbonden ACOD, ACV en VSOA een gemeenschappelijk eisenprogramma ingediend bij de Vlaamse overheid, specifiek bestemd voor het instructiepersoneel van de VDAB. We stellen de krachtlijnen voor.

Eindeloopbaanproblematiek
Reeds in vorige sectorale akkoorden werd gepoogd een oplossing te zoeken voor de oudere instructeurs (55-plussers) die op het einde van hun loopbaan een voltijdse instructieopdracht uitoefenen. Om een personeels- én bedrijfsvriendelijk antwoord te vinden op de problematiek van deze categorie, stellen de werknemersorganisaties voor om een aantal alternatieve taken in te bouwen voor de 55-plussers. We geven enkele mogelijkheden om 20 tot 40% van hun werktijd in te vullen door:

- een 'vlinderploegtaak'. Dit betekent dat de oudere instructeur een jongere, afwezige instructeur op de vloer (minimaal) vervangt. Hij of zij zorgt voor een soort voortgangscontrole op de opleidingsvloer.
- een screeningtaak, waarbij de senior bij voorkeur wordt ingeschakeld op de taken die verband houden met technische screening.
- een coachingtaak. De oudere instructeur kan dan de peter- of metertaken op een professionele manier opnemen, terwijl dit nu vaak tussendoor moet.
- taken die verband houden met de infotheken, stagebegeleiding en –opvolging.
De toewijzing van nieuwe of andere taken gebeurt op vrijwillige basis en in samenspraak met HRM en de chef.
Een andere mogelijkheid is om binnen de grenzen van het Generatiepact en zijn uitvoeringsmaatregelen te zoeken naar formules van arbeidsduurvermindering en loopbaanonderbreking, die versterkt kunnen worden met de toekenning van een instellingsspecifieke premie.

Werkorganisatie
De werknemersorganisaties hernemen hier hun voorstellen zoals ze geformuleerd werden in de vorige eisenbundels:
- specifiek voor de instructeurs dient de trainingsopdracht zo georganiseerd te worden dat ze minstens 20% van hun werktijd hebben voor andere facetten van hun opdracht (administratie, correcties, voorbereiding, activiteiten rond het pedagogisch dossier van cursisten,…).
- daarnaast dringt zich een objectivering op van de omkaderingsnormen voor de competentiecentra, en dit zowel op technisch-pedagogisch als op administratief vlak.
- de vakbondsdelegaties wensen met de directie via een werkgroep alternatieve werkvormen zoals telewerk (satelliet- en thuiswerk) en 'Anders werken' te onderzoeken en implementeren.

Dienstvrijstelling
De dienstvrijstelling die instructiepersoneelsleden krijgen vanaf 60 jaar (5 dagen) moet worden herverdeeld over de leeftijdsperiode tussen 50 en 60 jaar, met toekenning van één bijkomende dag om de twee jaar. In dit nieuwe scenario wordt de leeftijdstoeslag van één bijkomende dag dienstvrijstelling toegekend op 45, 50, 52, 54, 56, 58 en 60 jaar.
Het aantal dagen dienstvrijstelling moet worden opgetrokken met één vrij te nemen dag.

Financieel luik
Hier is er de eis de weddeverhoging van 5% na vier en acht jaar te versnellen door deze toe te kennen na drie en zes jaar anciënniteit.
Afschaffen carensdag

Voor zover de carensdag van toepassing is op het instructiepersoneel, moet deze worden afgeschaft.