Iedere aanstelling moet gemeld worden aan het werkstation. Dat is belangrijk voor de uitbetaling van je salaris. Maar ook voor het vervolg van je loopbaan is het van belang dat je correct in dienst gemeld wordt.

Telkens je aangesteld wordt, moet de personeelsverantwoordelijke van je school dit melden aan het werkstation. Deze melding betreft uiteraard je persoonlijke gegevens (naam, bekwaamheidsbewijzen, …), maar moet ook het volume en de aard van je opdracht bevatten. Met dat laatste gaat het weleens mis. Een fout in het volume van je opdracht vertaalt zich in een verkeerde uitbetaling van je salaris. Dat merk je wellicht onmiddellijk. Als men de aard van je opdracht – je ambt of je vakken – verkeerd doorgeeft, worden de gevolgen vaak pas op termijn duidelijk.

Stel dat je de taak van zorgcoördinator vervult, maar aan het werkstation gemeld bent in het ambt van onderwijzer. Welke gevolgen heeft dat? Aan je salaris zal je het niet merken, want in beide ambten verdien je evenveel. Je zal echter niet onmiddellijk merken dat je geen anciënniteit verwerft in het ambt van zorgcoördinator. Wanneer je later bijvoorbeeld je recht op TADD in het ambt van zorgcoördinator wil aanvragen, zal je vaststellen dat je niet voldoet aan de voorwaarden. Officieel heb je immers diensten gepresteerd in een ander ambt.

Ook leraars moeten op hun hoede zijn, zeker wanneer ze vakken geven waarvoor ze slechts het ‘voldoende geachte bekwaamheidsbewijs’ hebben. Een bachelor Frans-geschiedenis die aardrijkskunde geeft, verwerft alleen anciënniteit in het vak aardrijkskunde, indien dit duidelijk gemeld wordt aan het werkstation.
Je kan dit zelf controleren op je RL-1. Normaal zal de personeelsverantwoordelijke van je school je dit formulier laten ondertekenen voor kennisname. Als dat niet spontaan gebeurt, kan je je RL-1 best zelf vragen.

Indien je twijfelt aan de gegevens op je RL-1 of vragen hebt, dan kan je je regio- of provinciaal secretaris contacteren.

raf.deweerdt@acod.be