Loopbaanonderbreking en pensioen




Onderscheid tussen statutair en contractueel

Personeelsleden stellen regelmatig vragen over de impact van loopbaanonderbreking op het latere rustpensioen. Belangrijk daarbij is vooral het onderscheid tussen personeel met een ambtenarenstatuut (statutair) en werknemers die bij arbeidsovereenkomst aangeworven zijn (contractueel).


Ambtenarenregeling

De impact van loopbaanonderbreking op het latere overheidspensioen is geregeld door het koninklijk besluit nr. 442 van 14 augustus 1986, betreffende de weerslag van sommige administratieve regels op de pensioenen van het overheidspersoneel. Op basis van de reglementering is het mogelijk gedurende meer dan 60 maanden van het werk afwezig te zijn ingevolge loopbaanonderbreking.

Toch beperkt het koninklijk besluit de periode van loopbaanonderbreking voor het ambtenarenpensioen nog steeds tot maximaal 60 maanden op de totale loopbaan. Hiervan worden 12 maanden ambtshalve gevalideerd voor de berekening van het pensioen.

De ambtenaar kan daar bovenop nog eens 48 maanden valideren door een persoonlijke bijdrage te betalen. De ambtenaar kan gedurende 24 maanden worden vrijgesteld van deze persoonlijke bijdrage, als hij of zijn echtgeno(o)t(e) die onder hetzelfde dak woont kinderbijslag ontvangt voor een kind minder dan 6 jaar.


Begrenzing

De periode van afwezigheid in het kader van loopbaanonderbreking kan slechts in aanmerking worden genomen voor de berekening van het pensioen, als de totale duur niet meer bedraagt dan 20% van het aantal effectief gepresteerde diensten. Het is dus best mogelijk dat een gedeelte van de periodes van loopbaanonderbreking niet in aanmerking komt, omdat de grens van 20% wordt overschreden.

Dit komt bovenop de beperking van maximaal 60 maanden. Hierbij kan het zelfs gaan om door de ambtenaar gevalideerde perioden door het betalen van een persoonlijke bijdrage.

Wanneer de validering tot geen enkele pensioenverhoging leidt, wordt de persoonlijke bijdrage hoe dan ook niet terug betaald. De pensioenberekening gebeurt steeds in functie van het salaris voor voltijdse prestaties.


Regeling contractuele personeelsleden

De berekening van het pensioen van contractuele personeelsleden valt onder het koninklijk besluit van 21 december 1967, het algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen voor werknemers. Het pensioen wordt betaald door de Rijksdienst voor Pensioenen, beter bekend als ‘de Zuidertoren’.

De periode gedekt door de onderbrekingsuitkeringen die worden betaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, wordt in principe slechts gedurende de eerste 12 maanden gelijkgesteld voor de berekening van het pensioen.

De duur van de gelijkstelling kan worden verlengd:

- wanneer het contractuele personeelslid of zijn echtgeno(o)t(e) die onder hetzelfde dak woont, kinderbijslag ontvangt voor een kind jonger dan 6 jaar. In dit geval bedraagt de verlenging ten hoogste 24 maanden.

- wanneer het contractuele personeelslid op eigen initiatief verder pensioenbijdragen betaalt (7,5% van het brutoloon) aan de Rijksdienst voor Pensioenen.


Er kan evenwel nooit meer dan 60 maanden loopbaanonderbreking met arbeid worden gelijkgesteld. De gelijkstelling geldt alleen wanneer het contractuele personeelslid recht heeft op onderbrekingsuitkeringen van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening.

Het contractuele personeelslid kan dus loopbaanonderbreking nemen gedurende maximaal 72 maanden. In toepassing van de pensioenreglementering kan slechts 60 maanden loopbaanonderbreking met arbeid worden gelijkgesteld.


Halftijdse loopbaanonderbreking

Bij halftijdse loopbaanonderbreking ziet de situatie er als volgt uit:

1. Contractuele personeelsleden jonger dan 50 jaar

De periode gedekt door onderbrekingsuitkeringen wordt in principe gedurende de eerste 2 jaren gelijkgesteld voor de berekening van het pensioen. De duur van de gelijkstelling kan worden verlengd:
- wanneer het contractuele personeelslid of zijn echtgeno(o)t(e) die onder hetzelfde dak woont, kinderbijslag ontvangt voor een kind jonger dan 6 jaar.
- wanneer het contractuele personeelslid op eigen initiatief verder pensioenbijdragen betaalt (7,5% van het brutoloon) aan de Rijksdienst voor Pensioenen.

2. Contractuele personeelsleden van tenminste 50 jaar

Voor de contractuele personeelsleden van 50 jaar of ouder wordt de periode van halftijdse loopbaanonderbreking waarvoor onderbrekingsuitkeringen worden betaald door de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening, gelijkgesteld met arbeid volgens het gewone arbeidsregime.


Andere vormen van loopbaanonderbreking

Voor de ambtenaren wordt het palliatief verlof (1 maand, maximaal eenmaal verlengbaar met 1 maand per patiënt), het verlof voor bijstand (maximaal 1 jaar per patiënt) en het ouderschapsverlof (1 jaar per kind) in de vorm van voltijdse loopbaanonderbreking gelijkgesteld voor de berekening van het pensioen.

Voor de contractuele personeelsleden wordt palliatief verlof (1 maand, eenmaal verlengbaar met 1 maand per patiënt), het verlof voor bijstand (maximaal 24 maanden per patiënt) en het ouderschapsverlof (6 maanden per kind) gelijkgesteld voor de berekening van het pensioen.


Nuttige webadressen

Pensioendienst voor de Overheidsdiensten (PDOS):
http://www.ap.fgov.be
Rijksdienst voor Pensioenen (RVP): http://www.rvponp.fgov.be
Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening (RVA): http://www.rva.be
FOD Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg: http://www.meta.fgov.be