Nieuw KB Telewerken Federale Overheid: ACOD aanvaardt de wijzigingen, ondanks dubbel gevoel
Na informele onderhandelingen in het voorjaar van 2021 over de aanpassingen aan het KB Telewerken voor de federale overheid, werden in januari de officiële onderhandelingen gevoerd. Het resultaat stemde zeker niet iedereen tevreden. Ook wij waren niet enthousiast. We hadden op meer gehoopt. We stelden echter wel vast dat het ontwerp al verscheidene keren op de ministerraad was gekomen en telkens niet was aanvaard door de volledige raad. Begin januari werd eindelijk groen licht gegeven om het ontwerp voor te leggen ter onderhandeling op comité B. Volgende zaken waren voor ons positief, maar met verschillende opmerkingen.
Wat is het voorstel?
- Telewerk wordt noch een recht, noch een verplichting. Dus blijft het op vrijwillige basis.
- De leidende ambtenaar (voorzitter FOD) beslist of een functie vatbaar is voor telewerk of niet. Hij/zij beslist ook over de modaliteiten van toestemming, de registratie, de technische ondersteuning. Deze beslissingen kunnen echter niet genomen worden zonder overleg met de vakbonden.
- Met de functionele chef wordt het volgende afgesproken: de dagen telewerk, de momenten waarop telewerker bereikbaar moet zijn, met welke middelen en de manier waarop de werkgever de taken aanreikt, alsook de methode om het werk te meten.
- De opzegtermijn en de opschorting van het telewerk baart ons zorgen. Voor de ACOD mag opschorting van het telewerk beginnen te lopen na afloop van een opzegtermijn (10 dagen) of na het advies van de directeur P&O bij bemiddeling. Voor de ACOD mag het einde van het telewerk op initiatief van de functionele chef of van de hiërarchisch overste, dat ook het voorwerp kan uitmaken van een vraag om bemiddeling, pas uitwerking hebben nadat de directeur P&O zijn advies heeft uitgebracht.
- Het maximum aantal dagen blijft hetzelfde, namelijk drie vijfde van de normale werktijd op jaarbasis, maar daarop kunnen uitzonderingen gemaakt worden. Deze afwijkingen moeten gemotiveerd aangevraagd worden door het personeelslid zelf, samen met een gemotiveerd advies van de functionele chef aan de directeur P&O. Deze uitzondering wordt voor maximum 24 maanden toegelaten (kan verlengd worden). De ACOD had hier graag de modaliteiten meer afgebakend gezien, bv. Met sociale, familiale of medische redenen. Nu vrezen we hier een vorm van vriendjespolitiek. Volgens de overheid zou de te volgen procedure dit moeten verhinderen.
- Het ergonomisch materiaal die volgens de wetgeving zou moeten beschikbaar gesteld worden, heeft kennelijk de ministerraad niet overleefd. In de informele onderhandelingen was er sprake van een bedrag voor een ergonomische bureaustoel en een tweede scherm. In de voorgelegde onderhandelde versie waren deze bedragen verdwenen en werd enkel gesproken over ‘eventueel ergonomisch materiaal ter beschikking’. Het is waar dat veel mensen gedurende de covidperiode al een bureaustoel en een tweede scherm om thuis te werken ter beschikking hebben gekregen, maar dat is niet het geval voor iedereen.
- Iets waar natuurlijk naar uitgekeken werd, was de vergoeding die zou aangepast worden in het KB Toelagen en Vergoedingen. De vergoeding voor aansluiting en communicatie was vroeger maximum 20 euro per maand. Dus werd deze vergoeding zeker niet aan iedereen uitbetaald. In een kantoorvergoeding was zelfs niet voorzien. In het voorstel wordt de vergoeding opgesplitst in een vergoeding voor internetaansluiting en een kantoorvergoeding. De vergoeding voor internet bedraagt 20 euro voor iedereen, ongeacht hoeveel dagen men telewerkt per maand. Een kantoorvergoeding van 30 euro komt er voor de personeelsleden die minstens vier dagen per maand telewerken. Ook hier vinden we dat de overheid niet ver genoeg gaat en vinden we deze 30 euro kantoorvergoeding niet voldoende gezien de stijging van de gas- en elektriciteitsprijzen. Zelfs een indexering is voor de overheid niet haalbaar.
Wat vindt de ACOD?
De ACOD heeft in het federaal comité van de ondersectoren gedebatteerd over dit nieuw ontwerp KB Telewerken. Dezelfde kritieken en andere punten werden aangehaald, maar finaal werd er toch een akkoord gegeven omdat het ontwerp toch een vooruitgang betekent in vergelijking met het oude KB. De ACOD zal een protocol van akkoord tekenen met opmerkingen waarbij onder meer gevraagd wordt om bij de evaluatie volgend jaar een budget uit te trekken om de kantoorvergoeding op te trekken naar een bedrag dat de reële kosten (gas, water, elektriciteit) dekt.
Deze onderhandelingen hebben we dus afgesloten met een dubbel gevoel, we hadden er allemaal toch iets meer van verwacht, maar voor de leden is er een duidelijke vooruitgang. In de plaatselijke boc’s zal er ook nog veel overlegd moeten worden met de leidende ambtenaar.
Gino Hoppe, Tony Six, Kurt Sissau