Open brief aan premier Elio Di Rupo
Mijnheer de Eerste Minister,
Via uw beleidsverklaring, naar aanleiding van de budgettaire maatregelen die de federale regering zopas heeft genomen, kon ik vaststellen dat u blijkbaar rekening houdt met brieven die u ontvangt van de burgers uit dit land. Op zich vind ik dat een nobel doel, daarom dat ik u nu zelf ook een brief schrijf. Ik doe dit niet alleen in eigen naam, maar ook in naam van de ongeveer 80.000 federale ambtenaren van dit land. Het zijn deze ambtenaren die ervoor moeten zorgen dat het beleid van uw regering in de praktijk wordt omgezet.
Ik heb intussen 30 jaren dienst als ambtenaar. Ik heb dus al een aantal federale budgetcontroles en de bijhorende maatregelen moeten ondergaan. Maar ik heb ‘het einde van de tunnel’, zoals een van uw voorgangers ooit beloofde, nog steeds niet gezien. De ervaring heeft mij wel geleerd dat bij de genomen budgettaire maatregelen steeds weer de federale ambtenaren het kind van de rekening waren. Enerzijds blijft er telkens minder geld beschikbaar om de openbare diensten draaiende te houden. De gevolgen hiervan worden steeds duidelijker: steeds minder aanwervingen, dus steeds meer werk met minder personeel, ondermaatse informaticamiddelen, verouderde infrastructuur enz. Anderzijds vraagt de politieke overheid aan diezelfde ambtenaren om steeds meer ingewikkelde taken te vervullen. Denk maar aan de pensioenhervormingen, de nieuwe werkloosheidsreglementering, alle nieuwe maatregelen die nu weer moeten ingepast worden in de werking van de diensten.
Via OFO kan het personeel zich voor de uitvoering van hun taken laten bijscholen. Voormalig minister Luc Van den Bossche heeft hiervoor destijds de Copernicushervormingen met competentieopleidingen en testen ingevoerd. Wie een opleiding succesvol beëindigde, kreeg hiervoor een premie. Dit wordt nu in één pennentrek van tafel geveegd zonder dat er enig alternatief wordt geboden. Het bedrag dat de mensen hierdoor verliezen, varieert jaarlijks van 1000 euro voor een medewerker niveau D tot 2000 euro voor een personeelslid van niveau A. Aan de huidige indexcoëfficiënt betekent dit een bruto loonverlies van 1576,9 euro tot 3153,8 euro per jaar. Er werd dan wel geen indexsprong doorgevoerd, maar het schrappen van de Copernicuspremies kost de ambtenaren pakken meer geld. Daarnaast betekent de afschaffing van de competentiemetingen ook de afschaffing van de bevorderingsmogelijkheden voor federale ambtenaren. Dit was namelijk aan mekaar gekoppeld. Dit getuigt van weinig respect voor de mensen die het beleid van de federale regering ten uitvoer moeten brengen.
Er zijn nochtans alternatieven. Ik verneem van collega’s dat er momenteel belastingskantoren en BTW-kantoren niet langer operationeel zijn, omdat er gewoonweg geen personeel meer beschikbaar is. Vreemd, als je weet dat de FOD Financiën een van de voornaamste inkomstenbronnen van de federale overheid zou moeten zijn. In de regio’s waar er geen personeel beschikbaar is, kunnen bedrijven belastingen ontduiken zonder enig risico om hiervoor gestraft te worden. Is onze minister van Fraudebestrijding hiervan op de hoogte? Onlangs gaf een collega van de FOD Financiën mij de volgende veelzeggende opmerking: “Het geld ligt voor het rapen maar wij mogen ons niet bukken (om het op te rapen)”.
Mijnheer de Premier, tot hier mijn betoog. Ik ben benieuwd of u mijn brief ook zal voorlezen in het parlement.
Eddy Plaisier