Politie: fusie van politiezones en de gevolgen voor het personeel
De federale overheid hoopt dat politiezones vrijwillig fusioneren. Voorlopig worden geen normen naar voren geschoven om dit als een verplichting op te leggen. Wel werd een wettelijk kader gecreëerd om de mogelijkheid van samensmelting te regelen. Uiteraard heeft een fusie gevolgen voor de personeelsleden. Als ACOD zien we er steeds op toe dat het personeel niet de dupe wordt.
Sinds 2009 werd een wettelijk kader opgezet die aan de politiezones de mogelijkheid geeft om op vrijwillige basis te fusioneren. De minister van Binnenlandse Zaken wil met de fusies de capaciteit van het politiepersoneel voor de betrokken zones en daarmee de effectiviteit van de politie verhogen. De minister laat ook horen dat schaalvoordelen een na te streven doel zijn.
Deze regelgeving is terug te vinden in artikel 99/1 tot en met 91/10 en artikel 257quinquies/1 tot en met artikel 257quinquies/10 van de Wet van 7 december 1998 tot organisatie van een geïntegreerde politiedienst, gestructureerd op twee niveaus (WGP). In het Belgisch Staatsblad van 8 april 2010 werd ook de ministeriële omzendbrief van 31 maart 2010 gepubliceerd over de mogelijkheid tot schaalvergroting van de politiezones.
Er werd geopteerd voor vrijwilligheid, omdat de federale overheid ervan overtuigd is dat de beste fusie deze is die beantwoordt aan een lokale vraag. Omdat er ook lokaal meer en meer besparingen worden opgelegd, vragen plaatselijke besturen zich allicht ook wel eens af of het niet aangewezen is om hun politiezone te doen samensmelten met een naburige zone. In de omzendbrief wordt gesuggereerd dat het wenselijk is dat alle politiezones een diepgaande reflectie hierover maken om na te gaan of een fusie ook voor hen waardevol kan zijn. Te verwachten besparingen in het personeel zou dit alles wel eens in een stroomversnelling kunnen brengen. We zijn ervan overtuigd dat vroeg of laat zelfs een publiek debat gevoerd zal worden om fusies van politiezones wettelijk op te leggen.
Wat te doen vooraleer er een fusie komt?
Vooraleer de nieuwe gefusioneerde politiezone een feit is, dienen een aantal stappen gezet te worden die we hier schematisch weergeven:
- De gemeente- of politieraden moeten een besluit nemen tot fusie van hun politiezones.
- De burgemeesters en/of de politiecolleges moeten bij de ministers van Binnenlandse Zaken en van Justitie een gezamenlijk verzoek indienen om hun politiezones samen te voegen.
- Publicatie van het Koninklijk Besluit tot bepaling van het territoriaal ambtsgebied van de nieuwe politiezone.
- Tijdens de eerste vergadering van de gemeenteraad worden de politieraadsleden verkozen.
- De (nieuwe) politieraad verklaart het mandaat van de korpschef van de nieuwe politiezone vacant en stelt de selectiecommissie samen.
- Het Koninklijk Besluit tot instelling van de lokale politie van de nieuwe politiezone wordt getroffen op voorwaarde dat:
- het personeelskader is bepaald.
- de begroting is vastgesteld.
- de eindrekening van de vorige politiezone is opgesteld en goedgekeurd door de politieraad van de vorige politiezone.
- De lokale politie wordt daadwerkelijk gevestigd op het grondgebied de eerste dag van een kwartaal (1 januari, 1 april, 1 juli of 1 oktober).
Welke gevolgen?
Maar wat zijn de gevolgen voor het personeel? Artikel 257quinquies/1 WGP stelt dat de personeelsleden van het operationeel kader en van het administratief en logistiek kader van de vorige politiezones respectievelijk worden overgeheveld naar het operationeel kader en het administratief en logistiek kader van de lokale politie van de nieuwe politiezone.
Om te vermijden dat de belangen van het betrokken personeelslid worden geschaad, wordt de overdracht van het personeelslid naar de nieuwe politiezone niet beschouwd als een verandering van werkgever voor de toepassing van de statutaire bepalingen (artikel 257quinquies/3, §2 WGP). Met andere woorden, in wezen verandert er niets voor het personeelslid. Het statutair personeelslid behoudt alle rechten.
Dat geldt ook voor het contractueel personeelslid. Zijn contract blijft bestaan in de nieuwe politiezone. Eventueel is er een aanpassing nodig bij verandering van gewone werkplaats. In dit laatste geval dient deze verandering het voorwerp uit te maken van een aanhangsel bij zijn arbeidsovereenkomst (artikel 257quinquies/3, §3 WGP). In de memorie van toelichting (DOC 52 2299/001) stelt men ook dat voor het contractueel personeelslid in alle andere gevallen de wijziging van werkgever van rechtswege zal geschieden zonder verdere pleegvormen.
Mobiliteitsregels
De praktijk leert dat er soms problemen opdoemen bij de toepassing van de mobiliteitsregels. Ook hier is de regelgeving duidelijk in artikel 257quinquies/3, §3 WGP. Het personeelslid overgeheveld naar een nieuwe politiezone is niet gebonden door de aanwezigheidstijd die vereist wordt om in aanmerking te komen voor mobiliteit.
De memorie van toelichting formuleert het als volgt: “De overdracht van het personeelslid naar de nieuwe politiezone is niet vrijwillig, maar vloeit voort uit de samensmelting. Om deze reden bepaalt het ontwerp dat de betrokkene niet verplicht is de aanwezigheidstermijn, voorzien in het kader van de mobiliteit, te vervullen alvorens een andere bediening binnen de politiediensten aan te vragen.”
Zodra de fusie een feit is (publicatie K.B. tot instelling van de nieuwe politiezone) kan elk personeelslid zich dus inschrijven in de mobiliteit. De ACOD zal op geen enkel ogenblik dulden dat deze bepaling niet correct wordt toegepast. Bij eventuele problemen raden we u aan om onmiddellijk contact op te nemen met de vaste afgevaardigde van uw gewest.
Verlies van mandaat?
Wat zijn de gevolgen voor de korpschef die als gevolg van de fusie geen mandaat meer uitoefent? Hier zijn we aangewezen op artikel 79bis van de Wet van 26 april 2002 houdende de essentiële elementen van het statuut van de personeelsleden van de politiediensten en houdende diverse andere bepalingen met betrekking tot de politiediensten. De mandaathouder in de lokale politie die als gevolg van een herstructurering geen mandaatambt meer uitoefent, wordt door de burgemeester of het politiecollege herplaatst in een ambt dat overeenstemt met zijn kwalificaties.
De betrokken mandaathouder heeft vanaf het einde van die mandaatuitoefening en voor de periode gaande tot de afloop van de afgebroken mandaattermijn, de statutaire keuze tussen het behoud van de geldelijke rechtspositie verbonden aan het afgebroken mandaatambt en die verbonden aan zijn nieuwe ambt.
We zijn er ons van bewust dat hiermee niet alle vragen zijn beantwoord. Aarzel niet ons te contacteren bij twijfel over mogelijke gevolgen van een fusie.
Eric Picqueur