Politie: stop de demagogische prietpraat

Een werkgroep veiligheid formuleerde voorstellen tot een nieuwe politiehervorming. De zes regeringsonderhandelaars waren het vrij snel eens om hun fiat aan deze voorstellen te geven. Opvallend hierbij is dat geleerde professoren, deskundigen in zelf uitgevonden titels, journalisten en zelfs politici er geen enkele moeite mee hebben het wapen van de demagogie boven te halen om de doorsnee politieman of -vrouw in een slecht daglicht te plaatsen. Men wekt de indruk dat elke politieman of -vrouw boven op het loon nog eens 62 verschillende toelagen en vergoedingen krijgt. Een begrijpelijke reactie is dan ook 'afschaffen die rommel'. De personeelsleden van de politiediensten zijn die spelletjes meer dan beu.

In een vlaag van euforie bracht de pers eensgezind de tijding dat de volgende regering komaf zou maken met de premies die uitbetaald worden aan de personeelsleden van de politie. Enkel de premies voor nacht- en weekendwerk zouden blijven bestaan. Met de vakbonden zal men wel nog overleggen en het debat voeren over de functionele verloning. Gedaan dus met de 62 verschillende toelagen en vergoedingen. Het statuut van het personeel zal men grondig aanpassen en vereenvoudigen.

Is het logisch dat in tijden van crisis de overheid stappen onderneemt om de uitgaven af te remmen via een aanval op de rechtspositieregeling van de politie (RPPol)? Alle artikelen in het statuut betreffende de vergoedingen afschaffen, weliswaar met uitzondering van de bepalingen over wedde en nacht- en weekendprestaties, is hierbij een element. De vraag is of dit zomaar kan?

In deel XI van de RPPol komen de volgende items onder meer aan bod:
- weddebijslag voor uitoefening van een mandaat of een hoger ambt
- competentieontwikkelingstoelage
- haard- of standplaatstoelage
- kinderbijslag
- eindejaarspremie
- vakantiegeld
- functietoelage voor personeelsleden van Calog die op rechtstreekse wijze een ploeg leiden of aangewezen zijn voor de dagelijkse leiding van een projectteam
- tweetaligheidstoelage
- vergoedingen voor het gebruik van de fiets op weg naar en van het werk, verblijf- en trajectkosten
- tegemoetkoming in vervoerkosten en bepaalde begrafeniskosten.

Het gaat hier om 14 premies, toelagen of vergoedingen die we ook terugvinden in het statuut van het openbaar ambt. Zullen de nieuwe bewindvoerders, gelet op het gelijkheidsbeginsel, deze ook schrappen in het geldelijk statuut van het openbaar ambt? Welke ambtenaar zal dit aanvaarden? Welke geleerde professor zal deze weerslag voor zijn eigen statuut verdedigen?

Laten we ook even een specifieke vergoeding eigen aan de politie onder de loep nemen, namelijk die voor het onderhoud van het uniform. Het uniform is de werkkledij van een politieman of -vrouw. Er is niemand die contesteert dat personeelsleden hun werkkledij gratis krijgen, want de welzijnswet voorziet dit immers. Diezelfde regelgeving voorziet ook dat de werkgever instaat voor het onderhoud van de werkkledij. We wensen de overheid veel geluk bij het organiseren hiervan. Wie sprak over afschaffing van alle toelagen en vergoedingen? Juist.

Wat gaat men doen met de weddebijslag en de premie in het raam van de stelsels verlof voor deeltijdse loopbaanonderbreking, de vrijwillige vierdagenweek of de halftijdse vervroegde uittreding? Zal men die ook eenzijdig afschaffen voor de personeelsleden van de politie?

Het debat dat er staat aan te komen zal meer zijn dan enkel maar praten over de afschaffing van premies. Om dit debat op een serene wijze te voeren, zullen sommigen al eens eerst hun gespierde taal achterwege moeten laten. Het is niet omdat enkelingen nu misbruik zouden maken van het bestaande systeem, dat de doorsnee politieman of -vrouw met de vinger moet worden gewezen. Het personeel aanvaardt dit niet langer. Uiteraard moeten voor ACOD zij die misbruik zouden maken van het geldelijk statuut, aangepakt worden. Wij wensen nogmaals te onderstrepen dat het om enkelingen gaat, die meestal binnen de politieorganisatie misbruik maken van hun gezagsfunctie.

Willens nillens zal het debat over de functionele verloning er komen. Hierover stelde de minister van Binnenlandse Zaken op 26 april 2011 in de Senaat: “Het concept van de functionele verloning bestaat erin dat verschillende loonschalen worden toegekend volgens een weging van de bestaande functies op grond van verschillende criteria.” Hiertoe moet vooreerst een exhaustieve lijst worden opgesteld van de functies binnen de politiediensten en dan moeten de criteria worden vastgelegd om die functies te wegen. Als we de minister van Binnenlandse Zaken mogen geloven, zou dit werk al rond zijn. Wij vragen dan ook dat de minister dit dossier ter beschikking stelt van de vakbonden om de onderhandelingen terdege te kunnen voorbereiden. Het zou bij het personeel de indruk wegnemen dat op een eenzijdige manier iets door hun strot wordt geramd.

Dit debat kan ook niet losgekoppeld worden van andere items die op de onderhandelingstafel komen zoals onder meer het concept van de lerende organisatie, rekrutering en opleiding, aanpassing van de OT, weerslag van de hervormingen binnen Justitie, verminderen van de politiezones en afbakenen van de kerntaken. Een nieuwe hervorming houdt immers meer in dan de invoering van een functionele verloning.

ACOD is er zeker niet op uit om het debat uit de weg te gaan. Dit moet echter in een serene sfeer worden gevoerd. We roepen dan ook alle betrokken partijen op om er voor te zorgen dat dit debat op een constructieve wijze plaatsvindt. We zullen er zeker over waken dat de personeelsleden niets aan koopkracht inleveren.

Eric Picqueur