Studiedag over N-VA: analyse van een politieke ideologie
Op 17 december 2013 organiseerde de sector Overheidsdiensten een studiedag in het kader van de federale, Vlaamse en Europese verkiezingen van 25 mei 2014. Dat er veel op het spel staat, moet niet langer benadrukt worden. Ook ACOD Overheidsdiensten wil haar leden sensibiliseren voor het gevaar van de rechtse politieke krachten. Hiervoor kregen we de hulp van professor Ico Maly. In zijn boek ‘N-VA. Analyse van een politieke ideologie’ analyseert hij het programma en de ideologie van de N-VA.
Wat verstaat de N-VA precies onder de strijd voor meer democratie? Wat vindt de N-VA van nieuwkomers die lid van haar natie willen worden? En wat te zeggen van de manier waarop aanhangers het partijdiscours doen circuleren binnen de massamedia? Het zijn allemaal elementen die aan bod komen in het interessante boek. We lichten er enkele elementen uit.
Over ideologie
‘Ideologie’ is een veel gebruikt woord in de pers en politieke berichtgeving. Het is een vaak wazig begrip, dat geassocieerd wordt met het verleden, met negatieve zaken, met gebrek aan flexibiliteit. Velen associëren het bovendien met droge en belegen kost. Ideologie is dan iets wat enkel terug te vinden is in oude, stoffige politieke manifesten. Politici verkiezen te spreken over realisme, goed bestuur en praktische toepassingen, eerder dan over ideologie.
In het geval van de opkomst van Bart De Wever en zijn N-VA duiken ‘nieuwe’ concepten zoals identiteit, morele gemeenschap, natie en nationalisme op. Het woord ideologie valt zelden, of het moet al zijn om een politieke tegenstander te betichten van vooroordelen of van een gekleurde blik. Ideologie is steeds iets van ‘de anderen’. Ooit was de ideologie van de N-VA een randverschijnsel, maar intussen is ze uitgegroeid tot het centrum van het politieke veld. De ideologie van de N-VA is vandaag niet alleen wijdverspreid, maar ook wijd gedeeld.
Over de natie en het nationalisme
De N-VA is een nationalistische partij. Ze wil haar visie op de Vlaamse natie ingang doen vinden, met als doel dat die het denken domineert en door niemand in vraag wordt gesteld. De partij beschouwt de natie als een organisme, een entiteit op zich, opgebouwd uit een kostbaar weefsel van werkbare waarden. Het nationalisme van de N-VA baseert zich op ongelijkheid: velen moeten zweten, zodat enkelen de natie naar hoge toppen kunnen voeren. Volgens de N-VA is de natie ook niet maakbaar (in tegenstelling tot de socialistische visie op de samenleving). Elk ingrijpen dat voor meer gelijkheid en vrijheid zou zorgen, houdt het risico op revolutie en chaos in en is volgens de partij dus slecht.
De N-VA stelt Vlaanderen voor als een lotsgemeenschap van 6 miljoen mensen die gekneed zijn tot een democratie: niet de mensen maken de natie, maar de natie maakt de mensen. Er is geen sociaal, maar een historisch contract: ieder heeft plichten ten aanzien van ‘de voorvaderen’. De natie primeert over het individu.
De partij stelt ook een soort ‘Nationalisme 2.0’ voor. Het is zogezegd vrij van de zonden van het verleden en verwelkomt ook nieuwkomers. Dit nationalisme vertrekt van de klassieke 19de-eeuwse ‘bloed en bodem’-etnoculturele natie: omdat je ergens geboren bent, heb je bepaalde waarden, een bepaalde cultuur en spreek je een bepaalde taal. Daaraan is de voluntaristische natie gekoppeld, die een subjectieve nationale identiteit voorstaat. Dit ‘civiele’ nationalisme van de N-VA stelt dat je tot een natie kan behoren als je het wil en je dus de taal, waarden en cultuur van die natie overneemt.
Over de democratie
Eigenlijk valt de N-VA de democratie aan. Volgens de partij is er maar sprake van een democratie wanneer die gestoeld is op een identiteit. Democratie verwordt bij de N-VA dus tot een etnocratie. Alleen de Vlaamse democratie zou legitimiteit hebben, wat meteen verklaart waarom het federale niveau moet verdwijnen.
Democratie wordt in de communicatie van de N-VA herleid tot de verkiezingszege. Van een relatieve meerderheid maakt ze in een handomdraai een absolute: “De Vlaming wil…”. Wie de meerderheid haalt, heeft volgens de N-VA een absoluut recht om te regeren, met carte blanche, zonder tegenstem. Democratie wordt dus een tijdelijke dictatuur van de meerderheid, terwijl beschermingsmaatregelen voor een minderheid worden gezien als een probleem.
De N-VA begrijpt democratie als ‘vox populisme’: de stem van de burger die uit de mond van de politici rolt. De Vlaamse democratie komt dus overeen met de Vlaamse natie en die spreekt op haar beurt met één stem door de mond van De Wever.
Over gelijkheid en vrijheid
Voor de N-VA primeert de natie op de mens. Te veel nadruk op gelijkheid en vrijheid zouden het kostbare weefsel van de natie te veel uiteenrafelen, aldus De Wever. Dat zou een ontsporing van de samenleving kunnen veroorzaken. Een dergelijke visie heeft grote gevolgen voor de strijd voor meer gelijkheid en vrijheid. De strijd voor gelijkheid mondt volgens de N-VA per definitie uit in meer ongelijkheid. Quota voor vrouwen zijn geen instrument in de strijd voor gelijkheid, meent de N-VA, maar ongeoorloofde discriminatie.
Het streven naar gelijkheid is niet alleen een maat voor niets, het hypothekeert volgens de N-VA ook onvermijdelijk de vrijheid. Echte vrijheid kan volgens de N-VA alleen als de concurrentie ongehinderd werkt. Ook met de strijd van de vakbonden voor meer gelijkheid en betere arbeidsvoorwaarden heeft de N-VA een probleem. Hoewel de partij pro forma voor het stakingsrecht is, kunnen stakingen alleen indien niemand er last van heeft. Kortom, het doel en het drukkingsmiddel van stakingen – economische schade – is voor de N-VA uitgesloten.
Over de media
Ook in de media voert de N-VA een harde strijd om haar ideologie ingang te doen vinden. Daarvoor hanteert ze vijf strategieën.
De partij verpakt haar standpunten als een uiting van realisme, pragmatisme en gematigdheid. Door gebruik van humor, door het citeren van tegenstanders en het verwijzen naar belangrijke instellingen, komt de N-VA op het eerste gezicht niet extreem of bedreigend over. Ze gebruikt oneliners, verbloemingen en vergelijkingen die gematigdheid suggereren.
De communicatie van de partij wordt gekenmerkt door ‘one voice’. Voorzitter Bart De Wever zegt iets en alle andere partijleden herhalen dat. Dat geeft de indruk van eenheid, rechtlijnigheid en waarheid. Het zijn typische kenmerken van goede propaganda.
De communicatie van de N-VA is op maat gemaakt voor mediacirculatie. Sappige quotes maken interviews interessant en zorgen voor wijde verspreiding op televisie, in kranten en op het internet.
De N-VA herhaalt voortdurend haar centrale boodschap. De partij en haar voorzitter zijn de verpersoonlijking van de morele gemeenschap waar ze voor pleiten. Ze communiceren niet alleen een boodschap, maar ook en vooral de identiteit die ze voorstaan en aanhangen.
De N-VA is ook massaal aanwezig op het internet, waar haar boodschap herhaald en verspreid wordt door N-VA-politici, Vlaamse middenveldorganisaties, Facebook-activisten en Vlaamse rechts-nationalistische micromedia.
Voor een meer uitgebreide analyse verwijzen we naar het boek ‘N-VA. Analyse van een politieke ideologie’ van Ico Maly.