Verhoging inkomen topmanagement




Mexicaans leger in Vlaanderen

Door sterk lobbywerk slaagde het topmanagement binnen de Vlaamse overheid erin om van de Vlaamse regering een inkomensverhoging te krijgen. Daarbij werd uitgegaan van een voorstel dat al in 2005 ter tafel lag, maar toen door de leidend ambtenaar werd afgewezen als onvoldoende. De Vlaamse regering heeft nu de leidend ambtenaren op hun wenken bediend door een hogere opslag toe te kennen.

De Vlaamse entiteiten (departementen en agentschappen) zijn opgedeeld in vier klassen, van A tot D in opklimmende volgorde van gewicht. Op basis van criteria is aan elke entiteit een score van belangrijkheid toegekend. In het vakjargon zegt men dat elke entiteit werd 'gewogen' en die score bepaalt in welke klasse die entiteit thuishoort. Onder meer de volgende criteria werden daarbij gehanteerd: politieke gevoeligheid bij de burger, complexiteit van de regelgeving en opdrachten, externe factoren die wegen op de entiteit, de gevolgen indien er iets verkeerd gaat en de omvang van personeel en kredieten.


Mandaattoelage

De opslag aan de secretarissen-generaal en de administrateurs-generaal wordt gerealiseerd door bovenop hun salaris (meestal A311, sommigen A411) en bovenop de al bestaande managementtoelage, nog een mandaattoelage toe te kennen. De grote van de mandaattoelage is afhankelijk van de klasse waarin de entiteit van de leidend ambtenaar wordt ingedeeld. De bedragen van de mandaattoelagen op jaarbasis zijn

- klasse A: 6280 euro mandaattoelage 100%, 8793 euro geïndexeerd
- klasse B: 8780 euro mandaattoelage 100%, 12.294 euro geïndexeerd
- klasse C: 13.420 euro mandaattoelage 100%, 18.791 euro geïndexeerd
- klasse D: 19.840 euro mandaattoelage 100%, 27.780 euro geïndexeerd.

Ook de algemeen directeurs zijn niet vergeten. Zij krijgen een mandaattoelage op jaarbasis van 720 euro aan 100%, wat aan de huidig index gelijk is aan 1008 euro.


Niet-akkoord vakbonden

Op 7 mei werd het voorstel door de Vlaamse regering in het sectorcomité aan de vakbonden voorgelegd. Het was duidelijk dat de overheidsdelegatie niet wou of mocht onderhandelen. Er werd niet meer dan nota genomen van de argumenten van de vakbonden. Door ACOD, ACV en VSOA is dan ook een protocol van niet-akkoord gegeven. Desondanks zullen de leidend ambtenaren vanaf 1 juli 2007 hun mandaattoelage krijgen.


Onze argumenten

ACOD argumenteerde als volgt het protocol van niet-akkoord:

- het niet-akkoord van ACOD doet geen uitspraak over de voorgestelde aanpassing van de verloning van het topmanagement op zich. In wezen zijn de secretarissen-generaal, de administrateurs-generaal en de algemeen directeurs ook personeelsleden van de Vlaamse overheidsadministratie. Principieel kan ACOD het alleen maar toejuichen als de financiële situatie van personeelsleden wordt verbeterd.

- het is bijzonder vreemd dat in een dossier van deze orde wordt geweigerd om inzage te geven van het advies van de Inspectie Financiën. Dit doet vermoeden dat het advies ongunstig is.

- de voorstellen voor de beloning van de N-management- en de projectleiderfuncties is niet gestoeld op een functieweging, maar op basis van een arbitraire indeling (weging) van de departementen en de agentschappen. Deze methodiek staat haaks op het project functieweging dat door de Vlaamse overheid wordt voorgesteld in de rangen A2, A1 en de niveaus B, C en D. In dit project zullen de functies worden gewogen op basis van de gedefinieerde functiefamilies.

- dit is een (verkeerde) voorafname op een nieuw beloningsbeleid. Wat als de toekomstige functieweging/functieclassificatie tegengestelde bevindingen oplevert?

- het is voor de andere personeelscategorieën onbegrijpelijk en moeilijk aanvaardbaar dat enkel voor het topmanagement een verbeterde verloning wordt voorgesteld. Dit is ook in strijd met de verklaring van deze Vlaamse regering dat voorafnamen aan het nieuw beloningsbeleid enkel zouden gebeuren om onbillijkheden te corrigeren. Dat zou betekenen dat er nergens anders onbillijkheden bestaan.

- hoe valt dit te rijmen met de budgettaire neutraliteit waarover de overheid het steeds heeft? En wat blijft er nog over voor de andere personeelscategorieën?

- de overheid argumenteert het voorstel door te vergelijken met de verloning van de topambtenaren binnen de federale overheid. Door BBB is het aantal N-functies gestegen van ± 50 naar bijna 80. Daar bovenop zijn er ± 21 algemeen directeurs. In het totaal zijn er bijgevolg meer dan 100 topmanagers voor minder dan 35.000 personeelsleden. Hoe ligt die verhouding binnen de federale overheid? Dat wordt in de vergelijking doodgezwegen.

- ACOD wil de absolute garantie hebben dat de conclusies van het Raadgevend Comité Beloningsbeleid (die de overheid mee heeft onderschreven) worden en blijven nageleefd. We wijzen daarbij in het bijzonder naar de gegarandeerde salarisprogressie op basis van de anciënniteit en de functionele loopbaan.


Advies Inspectie Financiën

Het meest opmerkelijke element is de weigering om inzage te geven van het advies van de Inspectie Financiën. Dit is compleet ongebruikelijk in de cultuur van het sectorcomité. We wijzen er op dat de Inspectie Financiën is aangesteld door en voor de overheid, met als taak te waken over de correctheid van regeringsbeslissingen en dit juist in opdracht van die Vlaamse regering.

Intussen hebben we dat advies via andere kanalen kunnen bemachtigden. Wellicht is in de hele geschiedenis van de Vlaamse Gemeenschap nog nooit een voorstel met dergelijk ongunstig vernietigend advies van de Inspectie Financiën door een Vlaamse regering goedgekeurd. Samengevat schrijft de inspecteur van Financiën:

- het dossier is onvolledig en de Vlaamse regering heeft bewust de controleopdracht van de Inspectie Financiën gesaboteerd door niet alle stukken voor te leggen.

- de leidend ambtenaren bedienen zichzelf en de rest van het personeel moet het stellen met wat overblijft, voor zover er nog iets overblijft.


De inspecteur van Financiën eindigt zijn ongunstig advies met het besluit: "De rode draad in dit dossier is die van de zelfbedieningsmentaliteit aan de top van een Mexicaans leger".


Beslissing Vlaamse regering

De Vlaamse regering is verantwoordelijk voor deze gang van zaken. Het zijn de Vlaamse ministers die beslisten om aan het topmanagement een bijkomende mandaattoelage toe te kennen. Het zijn zij die het advies van de Inspectie Financiën en het niet-akkoord van de vakbonden negeren. Het is de Vlaamse regering die oordeelt dat er daarvoor toch budgettaire ruimte is. We zijn benieuwd of de Vlaamse regering even welwillend zal zijn voor de andere personeelsleden. Het dossier over de N-2 loopbanen en de expertenloopbanen zal daarover al een aanwijzing geven.