De minimalistische invulling van het begrip ‘minder werken’ in het Vlaams zorgkrediet heeft al voor heel wat commotie gezorgd. De onderhandelingen hierover verliepen zeer stroef. Wat weten we er momenteel over?

ACOD LRB is blijven hameren op de noodzaak van garanties voor het personeel om ook in de toekomst de combinatie tussen werk en privé mogelijk te maken. Onder druk van de vakbonden hebben we de overheid kunnen bewegen tot enkele engagementen, die geformaliseerd werden in protocol nummer 8 van 17 juni 2016 houdende de conclusies van de onderhandelingen die gevoerd werden in de gemeenschappelijke vergaderingen.
De engagementen waren de volgende:

1. Het recht op zorgkrediet wordt gegarandeerd door de Herstelwet voor de personeelsleden van alle lokale besturen.
2. Het zorgkrediet wordt erkend als een gelijkgestelde periode voor rechten inzake pensioen, kinderbijslag, ziekte- en invaliditeitsverzekering.
3. Complementair aan de regeling van het zorgkrediet, wordt een regeling uitgewerkt met de mogelijkheid tot onbetaald verlof.

Het Vlaams zorgkrediet is van start gegaan op 2 september 2016. We rekenden erop dat dit nieuwe verlofstelsel op eenzelfde manier als de federale thematische verloven behandeld zou worden. Met andere woorden, de periodes van verlof in het kader van het Vlaams zorgkrediet worden opgenomen in de pensioenberekening.
Maar de overheid heeft haar engagement ten aanzien van de gelijkgestelde periodes voor rechten inzake pensioen nog steeds niet ter harte genomen. Het moet hiervoor actie ondernemen en dat is blijkbaar te veel gevraagd.

Gelijkgesteld of niet?

Vóór 2014 werd een verlof, dat gelijkgesteld werd met dienstactiviteit, ‘automatisch’ in de pensioenberekening opgenomen. Sinds de wet van 6 januari 2014 met betrekking tot de zesde staatshervorming inzake de aangelegenheden bedoeld in artikel 78 van de Grondwet, is dit echter veranderd. Artikel 16 van deze wet zorgt ervoor dat de ‘automatische’ gelijkstelling niet meer kan voor nieuwe verloven.
Dergelijke nieuwe verloven, gelijkgesteld met dienstactiviteit, kunnen door dit artikel pas voor de toekenning en de berekening van het rustpensioen in aanmerking genomen worden op voorwaarde dat de regeling van het Vlaams zorgkrediet in een lijst wordt opgenomen. Die lijst staat als bijlage bij de voormelde wet van 6 januari 2014. De lijst moet vastgesteld worden bij een koninklijk besluit, vastgesteld na overleg in de ministerraad. En dit koninklijk besluit is er nog steeds niet, anderhalf jaar na de inwerkingtreding van het Vlaams zorgkrediet.

Nieuwe kaakslag

Dit is alweer een kaakslag voor het personeel van de lokale besturen. Andermaal wordt er onduidelijkheid en rechtsonzekerheid gecreëerd. Op dit ogenblik is het immers niet duidelijk welke invloed het zorgkrediet zal hebben op de berekening van uw pensioenbedrag. ACOD LRB zal deze bezorgdheid opnieuw op de agenda van het comité C1 plaatsen, om de overheid te wijzen op haar engagementen en beloften. We kunnen alleen maar hopen dat het comité C1 het bevoegde comité A eindelijk aan het werk kan zetten.

Willy Van Den Berge, Gert Vlasselaer